United Nations Peacekeeping Force in Cyprus (UNFICYP)

De Britse kroonkolonie Cyprus werd op 11 februari 1959 onafhankelijk. Cyprus mocht geen politieke of economische unie met een ander land aangaan. Dit verbod was ingegeven door de angst dat Griekse of Turkse Cyprioten aansluiting zouden zoeken bij Griekenland of Turkije.

De spanningen tussen de 2 bevolkingsgroepen kwamen in december 1963 echter tot een nieuwe uitbarsting. De VN-Veiligheidsraad besloot op 4 maart 1964 een vredesmacht op Cyprus te vestigen. UNFICYP moest het uitbreken van nieuwe gevechten voorkomen. Daarnaast moest het bijdragen aan het herstel en de handhaving van orde en gezag en aan het normaliseren van de verhoudingen tussen de bevolkingsgroepen. De VN wisten de twee bevolkingsgroepen echter tot een akkoord te brengen.

Staatsgreep

Enkele Griekse officieren waren in de Cypriotische Nationale Garde geïnfiltreerd. Zij speelden op 15 juli 1974 een actieve rol bij een staatsgreep van de nationale garde. Turkije reageerde met een militaire tussenkomst in het noorden van Cyprus. Cyprus viel uiteen in 2 delen, enkele Grieks-Cypriotische gebiedsdelen in het noorden daargelaten.

Takenpakket

De opdeling had gevolgen voor het takenpakket van de vredesmacht. UNFICYP ziet sindsdien toe op het informele staakt-het-vuren. Een formeel bestand is nooit gesloten. Hierbij wordt de confrontatielijn die UNFICYP op de kaart vastlegde als praktische grens gehanteerd. Een gedemilitariseerde bufferzone (‘de groene lijn’) aan beide zijden van de confrontatielijn moet het toezicht vergemakkelijken. De bufferzone is verdeeld in 3 sectoren, die elk aan een eenheid van zo'n 350 personen zijn toebedeeld.

Nederlands aandeel

De Nederlandse regering bood op 13 februari 1998 100 militairen aan voor een periode van 3 jaar. Dit waren 3 pelotons en enkele staffunctionarissen.

2 pelotons van de Nederlandse compagnie kwamen op 8 en 9 juni onder bevel van de Britse commandant van Sector II. Zij werden geplaatst op de pelotonslocaties Falcon en Liri in het westelijk en het oostelijk deel van de sector. De taken van deze pelotons bestonden vooral uit het bemannen van de observatieposten. Daarnaast voerden de militairen patrouilles uit, te voet, per fiets of gemotoriseerd met Landrover-terreinwagens.

Het derde peloton van de Nederlandse UNFICYP-compagnie werd opgenomen in de Mobile Force Reserve (MFR). Deze stond onder bevel van de force commander van UNFICYP. Dit peloton huisde op het voormalige vliegveld van Nicosia. Het hoofdkwartier van Sector II bevond zich in hotel Ledra Palace in Nicosia. Hier verbleven ook enkele Nederlandse staffunctionarissen.

Locaties

In juni 1999 werd de pelotonslocatie Liri ingeruild voor Bengal. Deze locatie lag evenals Falcon in het westelijke deel van Sector II. Nederland bezette 2 van de 3 pelotonslocaties in Sector II-West en leverde ook het compagnieshoofdkwartier van de sector. Het Britse peloton op de locatie Irish Bridge kwam onder Nederlands bevel.

Gebiedsverantwoordelijkheid

De vakgrens tussen Bengal en Falcon Troop verschoof op 1 april 2001 in oostelijke richting. Tegelijkertijd nam Falcon Troop de gebiedsverantwoordelijkheid van Irish Troop over. De staf wilde zo testen of de in Cyprus aanwezige Britse militairen in staat zouden zijn de gebiedsverantwoordelijkheid op 6 juni 2001 over te nemen. Dit na het vertrek van de Nederlanders.

Nederland leverde vanaf 4 november 1998 anderhalf jaar lang de voorlichter van UNFICYP.